Luisteren of gehoorzamen
Luister jij wel?
We willen dat kinderen luisteren. Toen mijn zoon drie of vier jaar was, vertelde ik hem dat hij niet de tuin uit mocht. “Wel luisteren he !” zei ik. “Jaha” zei hij en vervolgens liep hij met een blij gezicht de tuin uit. Ik voelde me knorrig worden. Hoe kan je nou iets afspreken en je daar , stralend en wel, direct niet aan houden? “Luister jij wel?” vroeg ik hem opnieuw. “Jaha” zei hij en hij liep blij verder.
Wat zei je?
Ik zag aan zijn lichaamstaal dat hij niet iets stouts aan het doen was, terwijl ik dat wel zo zag. Wat was er dan aan de hand? Ik herinnerde me mijn vraag: “Luister jij wel?” en kreeg een ingeving. Als hij mij letterlijk had gehoord, luister jij wel, dan deed hij in zijn beleving precies wat ik hem vroeg: hij had mij immers gehoord.
Het voelde wat belerend, maar ik riep hem en zei: “Je moet luisteren én doen wat ik zeg.” “Oh” zei hij verbaasd en kwam terug naar de tuin. In de dagen daarna heb ik deze zin regelmatig herhaald, als ik wilde dat hij gehoorzaamde, waardoor hij begreep dat luisteren verschillende betekenissen heeft.
Duidelijk communiceren
Ook al denk je zelf dat je heel duidelijk bent, voor de ander hoeft dat niet zo te zijn. De ander kan jouw boodschap heel anders opvatten! Het is makkelijk om direct je conclusie te trekken; zoals in het voorbeeld: “Jij bent ongehoorzaam; je luister niet!” Voor je het weet ontstaat er zo een ruzie en onbegrip.
Bekende misvattingen
- Is dat een nieuwe broek? Nee, het is tweedehands
- Doe je dat zo meteen? (Hoelang duurt zo meteen?)
- Gedraag je netjes (Hoe ziet dat eruit?)
- Is dat van Lego? Nee dat is van mij.
- Drink maar water uit de w.c. (Nee, niet uit de w.c. pot!)
Film terugspoelen
Leer jezelf aan, om als het ware de film even terug te spoelen. Ga na wat er gebeurde, opdat je je conclusies toetst. Let daarbij op lichaamstaal, dat wat je letterlijk hebt gezegd (of de ander zegt) en intonatie. Vaak is de logica van het jonge kind veel logischer dan je door hebt.
Ook een leuk voorbeeld? Ik hoor ze graag.