Liefdevol aanwezig zijn bij de ander, begint bij jezelf.
Sinds kort ontmoet ik regelmatig een honderdjarige vrouw. Ik vind dat heel bijzonder en voel een groot ontzag voor zoveel levenservaring. In haar heldere momenten vertelt ze over vroeger. Of regelt ze van alles te eten voor me. Want goed zorgen voor, is voor haar belangrijk. Maar er zijn ook momenten waarop ze niet te bereiken is. Waarop zij dingen ziet die ik niet zie. Soms mooie dingen, soms angstige dingen. Ik vraag me dan af: wie van ons twee ziet het hier niet “goed”? Een vraag waar ik geen antwoord op weet, maar die me nieuwsgierig maakt. Zo triggert zij meerder vragen in mij. Opeens ben ik weer het nieuwsgierige kind dat in de wereld staat.
Liefdevol zijn
Als ik bij haar ben, gebeurt er iets bijzonders: ik voel mijn hart opengaan. ik doe daar niets voor, het gaat vanzelf. Misschien omdat zij mij herinnert aan de familie van mijn onlangs overleden moeder? Of omdat ik wens dat als ik honderd ben er liefdevol voor mij gezorgd word? Ik heb geen idee. maar ik ervaar dat het gebeurd en merk dat het mijzelf goed doet. Zij is mij even liefdevol als ze bereikbaar is, of onbereikbaar. Zij mag zijn in wie zij in het moment is. Ik ga met haar mee, om er met haar te zijn. En daaromheen regel ik dat wat er nodig is: koffie, thee, een broodje, een wandeling in de zon.
Liefdevol aanwezig zijn
Maar zij, of deze situatie, blijkt me op een diepere laag “te trainen”. Ik mag oefenen in deze liefdevolle aanwezigheid. Dat wil zeggen; heel bewust het moment beleven. Mijzelf en haar beleven. Als ik voel hoe regelmatig mijn schouders zich optrekken, ontdek ik dat onbewust iets in mij denkt dat ik iets moet doen. Maar er valt vaak niets te doen, alleen te zijn. Dat is er te doen. Met een zucht kan ik mijn schouders weer laten zakken. En leer ik te zijn in het moment. Want toekomstplannen zijn er niet en het verleden is soms al verwaaid. Er is nu.
Vanuit onrust rust ontdekken
Als zij warrig is, en angstig voel ik hoe mijn energie met haar mee opstijgt. In die stroom worden we beide onrustig. Ik denk dan dat ik haar weer rustig moet krijgen, maar daarmee ga ik voorbij aan wat er is: onrust. Tot ik ontdek: als ik mezelf qua energie eerst neerzet, besef ik dat er niets te veranderen hoeft. Dit neerzetten, of gronden, doe ik als volgt: ik voel mijn voeten op de grond, mijn billen op de stoel en laat mijn ademhaling zakken en rustiger worden. Dieper ademen als het kan. En als de rust in mij keert. kan ik opmerkelijk genoeg ook beter naar haar luisteren. Haar beter aanvoelen. En ontstaat er een intuïtief weten. Zij wordt ook rustiger. Zo ontdekken we hoe we samen rustig kunnen zijn, zonder dat er iets hoeft te veranderen, zonder dat we het uitspreken.
De liefde meenemen
Als ik bij haar wegga, voel ik altijd een soort weemoed. Ik laat haar achter. Maar terugrijdend verbaas ik me dan over mijn hart: hoe het gloeit. Hoe het vol liefde is. En opeens was daar de gedachte: waarom voel ik die liefde voor haar, maar vind ik het zo moeilijk om zoveel liefde voor mezelf te voelen ? Zo maar, gewoon, op dit moment. Hoe mooi zou het zijn, als ik dat wel kan!
Oefenen in liefdevol zijn voor jezelf
Nu oefen ik elke dag om mijzelf net zo met liefde te vervullen. Als het me niet lukt, denk ik aan haar, en voel ik mijn hart opengaan. Dus zoek ook voor jezelf zo’n beeld, waarvan je hart direct open gaat. Dan zeg ik tegen mijn hart en tegen mijzelf: dit (deze liefde) mag in al mijn cellen stromen. En dat voel ik gebeuren. Soms zie ik sprankelende beelden van mijn cellen, alsof waterdruppels oplichten in de zon. Soms voel ik ruimte. Soms verdriet. Het mag er zijn. Verder doe ik niets. Ik registreer en laat los. Ik vertrouw dat liefde haar weg wel vindt in mij en dat mijn systeem went aan meer liefde. Ik voel dat er een verandering plaatsvindt, voorbij het denken, regelen, organiseren of fixen.
Ik ben dankbaar voor deze ontdekking. Dankbaar dat ik dit mag ervaren. Dankbaar dat ik dit mag doorgeven. Want waarom wachten totdat ik honderd word en iemand anders het aan mij geeft, als ik mijzelf er nu voor kan openen.
Met liefdevolle groet,
Evelien