Mogen gevoel en verstand verschillen van mening?
Gevoel en verstand
Tijdens het schilderen van deze uil, wilde ik graag een mond schilderen. “Ach nee toch”, zei mijn hoofd, “Een mond, dat is kinderachtig. Een krachtige snavel. Dat moet erin! ” Ik voelde direct een soort schaamte, een schuldgevoel. Wil ik zo kinderachtig zijn? Hoe zou een snavel zijn? Maar als ik me de snavel van mijn denken voorstelde, voelde ik geen verbinding meer met het schilderij en mij. Dan vulde ik iets in, omdat het moest. Niet omdat ik voelde dat ik dat werkelijk wilde.
Ik liet het open, schilderde aan andere stukken, maar telkens kwam het aspect mond of snavel weer terug. En ik bleef hetzelfde ervaren. Haast tot mijn teleurstelling, want ik zou het zoveel prettiger vinden als ik een snavel zou willen schilderen in plaats van een kinderachtige mond.
Kinderachtig durven zijn
Maar wat als ik nou een kinderachtige mond schilder? Hoe is dat dan? Durf ik dat te laten zien? Als juf in de groep! Vreselijk toch. Ik besloot ervoor te gaan en schilderde. En in mijn lijf voelde ik de vreugde rondzingen: “Jaah! Dat is ‘m!” Maar mijn hoofd vond het verschrikkelijk! Dat ziet er niet uit! Ik voelde ook de schaamte. Wil ik dit wel delen met de groep? Kan ik me nog verstoppen?
Twee ervaringen tegelijkertijd
Ik observeerde deze beide kanten. Hoe bijzonder. Als ik keek, verbonden met mijn verlangen zag ik een prachtig schilderij. Als ik keek verbonden met mijn denken, groeide er een grauwsluier over de schildering. Voelde ik schaamte. En ik koos ervoor dat beide er mochten zijn. Dat ik niet hoefde te kiezen, niet hoefde te strijden. Dit is nu: deze uil, deze mond en deze ervaringen. En ik hoefde het niet te weten. Er was geen probleem, er was niets op te lossen. Beide is ok.
Dat vertelde ik ook mijn cursisten. Soms is het dit: een dubbelspel dat zich in jou aan het uitspelen is. Gevoel en verstand. Door er ruimte aan kan geven, door het te laten zijn, zal het zijn weg vinden.
Verstand wil gelijk hebben
Een week later zag iemand mijn schildering en zei: “Wat een prachtige uil!” en “Ik ben gek op die mond! Wat fantastisch dat je die zo hebt geschilderd” Ik moest lachen, want ik vond het universum wel heel humorvol, dat ik juist dat aspect ongevraagd terugkreeg. Ik voelde in mij ook de verbazing; “Hoe kan je dat nu zeggen? Ziet ze niet dat het kinderachtig is?” En ik hoorde mijzelf denken: “Nou ja, je kan wel merken dat ze er geen verstand van heeft.” Geweldig! Ik ervaar hoe mijn denken nog steeds op zoek is naar gelijk! Gelijk hebben was t allerbelangrijkste. Nog belangrijker dan mijn gevoel van welbevinden. Want ik voel me blij en vrolijk een stuk beter dan schaamtevol. En ik ervaar dat het hart niet strijd om gelijk. het blijft even vreugdevol als ik me ermee verbind.
Als gevoel en verstand van mening verschillen
Wat deze uil mij leert is dat er verschillende waarnemingen zijn. Beide waarnemingen zijn waar, als ik ze als waar ervaar. Ik mag kiezen welke waarde ik daar aan wil geven, welk pad ik op wil gaan. Hoe meer ik zie hoe wispelturig mijn gedachten zijn, des te meer ik me kan verbazen over de werking. Mijn denken vraagt zich dan af hoe het dan goed moet of kan denken. Maar ik word me er steeds meer bewust van dat zolang ik dat vanuit mijn gedachtepatronen doe, zal ik altijd blijven zoeken naar de weg van gelijk hebben in plaats van te zijn met wat er is. En dat laatste is veel vreugdevoller. Dat is in het NU.
Ga dus niet strijden, als je hart en verstand verschillende dingen zeggen. Maar ervaar wat het met je doet.
Wanneer ben je met jezelf verbonden?
De vreugde die ik voel bij de mond betekent voor mij zoveel, dat ik de schaamte erbij kan dragen. Ik ervaar ook, nu twee weken later, dat die schaamte in de loop der tijd steeds minder wordt. Dat het eigenlijk een opgelegde schaamte is, die door een gedachte wordt opgeroepen en die mag verdwijnen. Bij het schilderen van een snavel, was mijn denken misschien tevreden geweest, maar had ik mijzelf verloren. Dan had ik gekozen dat dat wat ik werkelijk voelde, er niet mocht zijn. En dat is iets, waarvan ik mijzelf beloofd heb, dat ik dat niet meer hoef te doen.